Stel: een dierbare overlijdt, u regelt de zaken voor diegene, zegt abonnementen op, verwerkt de administratie. En dan? Dan staat er ineens een deurwaarder bij u op de stoep met een vordering en die gaat beslag leggen op uw spullen, auto, bankrekening etc.! U heeft de erfenis aanvaardt zegt men en u krijgt nu ineens een vordering aan de broek terwijl u niets afwist van het bestaan van die vordering. Wat nu?
De wet geeft u middels artikel 4:194a van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheid om een verzoek bij de kantonrechter in te dienen voor een machtiging om alsnog de nalatenschap beneficiair te aanvaarden. Het beneficiair aanvaarden betekent dat u alleen de lusten krijgt, dus alleen het positieve saldo als dat er is.
Wanneer is er sprake van aanvaarding van een nalatenschap/erfenis? Veel mensen denken dat een nalatenschap pas bewust wordt aanvaard wanneer de erfgenamen een verklaring afleggen, naar de notaris moeten etc.
Echter, veel mensen hebben geen testament opgesteld en hebben bijvoorbeeld geen groot vermogen waarover erfbelasting betaald moet worden. De erfgenamen handelen dan zelf de nalatenschap af. Het regelen van praktische zaken, zoals het opheffen van bankrekeningen, het regelen van de administratie, opzeggen van abonnementen, het leeghalen van een woning etc. betekent dat u de nalatenschap zuiver heeft aanvaard – met alle gevolgen van dien!
Als u de nalatenschap heeft aanvaard, krijgt u in feite de lusten en de lasten van die nalatenschap. Als er dus schulden zijn, dan komen de schuldeisers naar u toe. Dit kan zeer vervelend zijn wanneer het grote schulden zijn. Gelukkig heeft de wetgever de mogelijkheid gecreëerd om achteraf alsnog de nalatenschap beneficiair te kunnen aanvaarden. Wel moet u natuurlijk aan een aantal voorwaarden voldoen.
Zo mag de erfgenaam na zuivere aanvaarding van de nalatenschap pas bekend worden met een schuld die hij/zij niet kende en ook niet behoorde te kennen. Daarnaast moet het verzoek bij de kantonrechter binnen 3 maanden na die ontdekking ingediend zijn. U begrijpt dat u aan moet tonen dat u niets wist van de vordering én dat u het ook niet had kunnen weten. Als u op het moment van de aanvaarding van de nalatenschap al wist van de schuld, kunt u geen beroep doe op artikel 4:194a.
Als een erfgenaam niet precies wist hoe het zat, maar onder de omstandigheden van het geval toch echt beter had moeten weten, twijfelde of had moeten twijfelen over de schuld en als die erfgenaam geen onderzoek heeft gedaan, dan kan diegene ook geen beroep doen op het artikel. Als u een verzoek in dient zult u dus moeten onderbouwen en bewijzen dat u van niets wist en dat u het ook niet had kunnen weten. Er volgt altijd een zitting waarbij bijvoorbeeld ook de kinderen van de erflater worden uitgenodigd en ook de schuldeiser.
Is de kantonrechter het met u eens, dan verleent de kantonrechter een machtiging aan u om de nalatenschap van de erflater beneficiair te aanvaarden. Vervolgens kunt u met die machtiging de griffie van de rechtbank in het boedelregister bij de rechtbank aan laten tekenen dat u de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard. De schuldeiser kan de vordering dan niet meer verhalen op uw privé vermogen.
Heeft u vragen over een dergelijke procedure? Neem contact op met mw. mr. L.E. Swart.